Een kruisribgewelf is in principe hetzelfde als een voûte d'arêtes (kruisgewelf), met dien verstande dat op de arêtes (snijlijnen) van de twee gewelven dragende ribben zijn aangebracht die de gewelfkappen dragen.
Overigens kan een kruisribgewelf zowel een kruising van twee tongewelven als van twee spitstongewelven zijn.
Bij dit soort gewelven worden de gewelfkappen pas aangebracht nadat de draagconstructie, bestaande uit de ogives (ribben), is geïnstalleerd.
De gewelfkappen zijn bij het gewone kruisgewelf zelfdragend.
Op de foto de kruisribgewelven in de cellier (voorraadschuur) van de abbaye (abdij) van Cluny.
Zie ook ogive en voûte d'ogives (synoniem).
Cellier - Cluny |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten